Het lijkt eenvoudig: vuile was gaat in de wasmachine, er worden een paar knoppen ingedrukt en een tijdje later kan alles er weer schoon uit.

Maar hoe wérkt dat nu precies?

Een wasmachine bestaat uit een ombouw van plastic en staal. Binnen deze ombouw hangt een kuip aan veren en schokdempers. In deze kuip draait de wastrommel. Hierin stopt u uiteindelijk de was. De kuip wordt, in de meeste gevallen, waterdicht gemaakt door een deur in een rubberring te vergrendelen. Deze ring wordt de manchet genoemd.

Om te wassen wordt alleen de kuip gevuld met water en zeep. Het water wordt op temperatuur gebracht door middel van een verwarmingselement. De trommel, met daarin de was, wordt aangedreven door deze via een aandrijfriem te verbinden aan een
elektromotor.

De omwentelingen van de trommel zorgen ervoor dat elk stuk wasgoed ronddraait en eigenlijk zelf de schrobbende beweging uitvoert. Aan het einde van de cyclus voert de wasmachine het aantal omwentelingen per minuut op en daarmee is het centrifugeren is begonnen. Hoe hoger het aantal rondjes per minuut, des te meer vocht uit het wasgoed worden geslingerd. Hoe hoger het toerental, hoe droger de was er dus uit komt.

Natuurlijk zijn er door de jaren heen zoveel innovaties binnen het witgoed doorgevoerd dat er voor ieders wensen wel wat te vinden is. Wij kunnen u uitstekend helpen met het vinden van de perfecte wasmachine voor u.